Vragen over windmolens, kabels en het zand uit de ondergrondse boringen

Delen via:   
11 / 02 / 2022

Via onze website en de TenneT BouwApp delen we doorlopend informatie over de werkzaamheden die samenhangen met het aansluiten van de windparken Hollandse Kust (noord) en (west Alpha). In reactie daarop krijgen we ook vragen terug. Een aantal van die vragen en antwoorden lichten we graag uit.

1. Hoi! De windmolens op zee staan er al een tijdje. Wat gebeurt er nu met de stroom die opgewekt wordt? Groetjes!

De windmolens die u nu ziet, horen bij het Prinses Amaliawindpark en het Offshore Windpark Egmond aan Zee. De windparken die wij gaan aansluiten, moeten nog gebouwd worden. Deze liggen straks op ongeveer 20 km en 50 km uit de kust.
Het windmolenpark Hollandse Kust (noord) wordt gebouwd door Crosswind (een combinatie van Shell en Eneco) en wordt in 2023 in bedrijf genomen. De aanbesteding van de andere twee windmolenparken (west Alpha en west Beta) volgt nog.
Als netbeheerder zorgt TenneT dat de windparken - die nu en in de toekomst op zee worden gebouwd) aangesloten worden op het landelijke elektriciteitsnet. Wilt u meer weten over de windmolenparken op zee? Kijk dan op de website wind op zee.

2. Achterin het Contact magazine van januari staat een doorsnede van een 380kV kabel. Welke kabels worden er allemaal gebruikt voor de aansluiting van de windparken en om welke voltages gaat het? Vriendelijke groet

Voor het aansluiten van de windparken worden verschillende kabels en voltages gebruikt. De stroom die de windmolens opwekken, gaat met 66kV kabels (1 kilovolt = 1.000 Volt) naar ons ‘stopcontact op zee’. In de bovenbouw van dat platform staan transformatoren die de spanning van de stroom van 66kV verhogen naar 220kV.

Bij het transport van elektriciteit geldt namelijk: hoe hoger de spanning, des te minder het verlies. Om elektriciteit efficiënt over grote afstanden te transporteren wordt deze op of in de buurt van de plaats van opwekking naar een zo hoog mogelijke spanning ‘getransformeerd’.

Vanaf ons ‘stopcontact op zee’ brengen we de groene stroom met 220kV zeekabels aan land. Achter de duinen worden de drie ‘fasen’ of kernen van de zeekabels op het werkterrein aan de Meeuweweg in Wijk aan Zee gesplitst. Vanaf die plek gaat elke zeekabel op land verder als drie afzonderlijke elektriciteitskabels (220kV) en een eigen glasvezelverbinding. Daarvoor trekt aannemer NRG de mantelbuisstrengen in, die elk uit vier afzonderlijke buizen bestaat.  

In het transformatorstation, dat we momenteel aan de Zeestraat in Wijk aan Zee bouwen, brengen  transformatoren de spanning straks van 220kV naar 380kV. Van daaruit wordt de stroom met  behulp van 380kV-kabels ondergronds naar het hoogspanningsstation langs de snelweg A9 bij Beverwijk gebracht. Daar voeden we de stroom rechtstreeks in op ons hoogspanningsnet, dat je kunt vergelijken met een snelwegennet voor elektriciteit.

3. Wat gebeurt er met het zand dat uit de ondergrondse boringen komt? En om hoeveel zand gaat het eigenlijk?

Het zand dat bij de vier boringen onder de duinen door vrijkwam (vier keer 830 kuub) gaat natuurbeheerder PWN gebruiken bij de bestrijding van ‘invasieve exoot’ watercrassula. In Castricum dreigt dit plantje een duinvallei te overwoekeren, waardoor er nog maar heel moeilijk water door kan wegzakken. Daarom wil PWN dit plantje verstikken door het te bedekken onder een laag zand.

Daarnaast heeft onze aannemer NRG eerder al zand uit de boringen (2.500 kuub) naar De Buitenlanden gebracht voor duurzaam en lokaal hergebruik. In de polders tussen Beverwijk en Assendelft wordt hard gewerkt aan de realisatie van Landgoed Rorik. De initiatiefnemers gebruiken het schone zand uit de diepte als onderlaag voor de tiny houses op het landgoed.

Heeft u een vraag dan kunt u deze hier stellen.